Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving (naar homepage)
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Regelgeving ›
  3. Instrumenten Omgevingswet ›
  4. Milieueffectrapportage ›
  5. Plan-mer-beoordeling
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

Plan-mer-beoordeling

Op deze pagina leest u wanneer u een plan-mer-beoordeling moet maken. U leest welke procedurestappen u moet zetten, welke rollen er zijn en aan welke inhoudelijke eisen u moet voldoen bij een plan-mer-beoordeling. Mer staat voor milieueffectrapportage.

5p5wafs-still-middel
video: plan-mer-beoordeling

Downloads

  • Ondertiteling | Ondertiteling | srt | 7.7 kB
  • Audiodescriptie | Audio | mp3

Uitgeschreven tekst

PLAN-MER-BEOORDELING

(Het logo van Informatie Leefomgeving, Kenniscentrum van de overheid.)

(intro jazzy achtergrondmuziek)

(Naambalkje met de tekst: Roderik, Presentator.)

(Roderik staat voor een rivier. Vervolgens verschijnen er dronebeelden van hoogspanningsmasten en een bedrijventerrein.)

RODERIK: Werk je bij een gemeente of provincie en wil je een omgevingsvisie of omgevingsplan maken voor het omleggen van een stukje hoogspanning of het uitbreiden van een bedrijventerrein? Dan krijg je misschien te maken met een plan-mer-beoordeling.

(Beeldtekst staat over beelden van een bedrijventerrein: Plan-mer-beoordeling.)

RODERIK: De plan-mer-beoordeling is een mogelijke tussenstap voordat je begint met het maken van een plan-milieueffectrapport. Als uit de beoordeling blijkt dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn, hoef je geen plan-milieueffectrapport op te stellen. In deze video leggen wij je uit onder welke voorwaarden je een plan-mer-beoordeling mag doen, hoe deze uitgevoerd wordt en wat je met de uitkomst doet.

(Beeldtekst: De voorwaarden.)

(Roderik staat in de natuur. Een animatie van waterwinning volgt.)

RODERIK: Er zijn verschillende situaties waarin je een plan-mer-beoordeling kunt doen. Denk bijvoorbeeld aan het uitbreiden van een waterwingebied, zoals deze hier. Deze uitbreiding kan namelijk effect hebben op de natuur.

(Rechts naast Roderik verschijnt de tekst: Kleine wijziging.)

RODERIK: Het is een kleine wijziging van een bestaand plan of programma waarvoor eerder een mer is opgesteld.

(Roderik staat op een terrein waar een golfbaan wordt aangelegd. Rechts naast hem verschijnt de tekst: Niet in Bijlage V Omgevingsbesluit.)

RODERIK: Ook als een project in je plan niet in Bijlage V van het Omgevingsbesluit staat, kun je een plan-mer-beoordeling uitvoeren. Zoals bij de aanleg van een golfbaan, bijvoorbeeld. Er is veel water nodig voor het gras en het oppompen van dit water kan een risico vormen op verdroging voor het gebied eromheen.
Een golfbaan staat niet op de lijst van mer-plichtige of mer-beoordelingsplichtige projecten. Maar het bevoegd gezag moet wel beoordelen of de aanleg van de golfbaan mogelijk aanzienlijke milieueffecten heeft.

(Roderik staat voor een winkelcentrum. Rechts naast hem verschijnt de tekst: Klein gebied in een gemeente.)

RODERIK: Gaat je plan om een klein gebied binnen een gemeente? Dan kun je ook een plan-mer-beoordeling uitvoeren. Zoals het mogelijk maken van de bouw van een winkelcentrum met een grote parkeergarage zoals hierachter.

(Dronebeelden van winkelcentrum.)
RODERIK: Het realiseren van het winkelcentrum heeft beperkt effect op de hele gemeente, omdat er weinig bebouwing wordt toegevoegd. Daarom is een plan-mer-beoordeling meestal voldoende.

(Beeldtekst: De uitvoering.)

RODERIK: De verantwoordelijkheid voor een plan-mer-beoordeling ligt bij het bevoegd gezag, zoals een gemeente.

(Tekst verschijnt in beeld: 1. Informatie verzamelen.)

RODERIK: Als eerste stap verzamelen zij informatie over mogelijke effecten. Hierbij mag gebruik gemaakt worden van bestaande informatie, mits deze actueel is.

(Icoontjes van verschillende soorten documenten verschijnen in beeld.)

RODERIK: Denk aan relevante ecologische of archeologische onderzoeken.

(Tekst verschijnt in beeld: 2. Effecten beoordelen.)

RODERIK: Stap twee is de effecten van het plan of programma beoordelen, zodat duidelijk wordt of er toch een plan-milieueffectrapport gemaakt moet worden.

(Tekst verschijnt in beeld: 3. Andere overheden en adviseurs raadplegen.)

RODERIK: Tenslotte raadpleegt het bevoegd gezag ook andere overheden en wettelijke adviseurs tijdens de beoordeling.

(Roderik en Els Romeijn lopen door een gang.)

RODERIK: Els Romeijn is adviseur Erfgoed & Ruimte bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Zij legt uit wat haar rol is.

(Roderik en Els Romeijn staan tegenover elkaar in een kantoorruimte.)

(Naambalkje met de tekst: Els Romeijn, Adviseur Erfgoed & Ruimte.)

ELS ROMEIJN: Een wettelijk adviseur wordt geraadpleegd door het bevoegd gezag, de provincie, de gemeente. Wij treden op namens de minister van Cultuur, Onderwijs en Wetenschap. Ons wordt gevraagd door dat bevoegd gezag: Wordt cultureel erfgoed in dit plan op een goede manier meegenomen? Is het inhoudelijk op de goede manier meegenomen en wordt het op een goede manier beoordeeld?

RODERIK: Waarover adviseer je als je adviseur Ruimte & Erfgoed bent?

ELS ROMEIJN: Het gaat bij ons om ruimtelijke ingrepen en het gaat over cultureel erfgoed.

(Animaties met icoontjes die het verhaal van Els Romeijn ondersteunen.)
ELS ROMEIJN: En cultureel erfgoed kan zijn archeologie, cultuurlandschappen, gebouwde monumenten beschermde gezichten, maritiem erfgoed, al dat soort dingen. Wij beoordelen hoe dat in zo'n plan wordt meegenomen en dan is vooral de vraag: Wordt het überhaupt geraakt of wordt het een beetje geraakt? Wordt het geschaad of wordt er juist creatief mee omgegaan?

RODERIK: Je adviseert het bevoegd gezag. Wat zijn de handvatten die je biedt, maar wat zijn ook de kansen die het met zich meebrengt?

(Roderik en Els staan in een ruimte waar allemaal botten op tafels liggen en skeletten zijn uitgestald.)

ELS ROMEIJN: We adviseren het bevoegd gezag en die geeft het natuurlijk door aan de initiatiefnemer, die vervolgens daar z'n voordeel mee kan doen.

(Tekst verschijnt in beeld: 1. Het bespaart tijd.)

ELS ROMEIJN: Ten eerste bespaart het tijd, want als je nu al weet dat er bepaalde effecten optreden kun je die beter nu oplossen dan dat je dat straks achteraf moet doen.

(Tekst verschijnt in beeld: 2. Mooier plan.)

Maar ten tweede, doordat de initiatiefnemer ook weet waar de effecten mogelijk kunnen zitten, in dit geval cultureel erfgoed, kan hij daar ook rekening mee houden door een beter en mooier plan te ontwikkelen, waardoor het plan beter aansluit bij hoe de omgeving er nu uitziet en waar meer mensen zich dan ook in thuis gaan voelen.

(Beeldtekst: De uitkomst.)

(Roderik staat weer voor de rivier.)

RODERIK: Wanneer alle informatie is verzameld, volgt de beoordeling van het plan. Hieruit zijn twee uitkomsten mogelijk.

(Er verschijnt een icoontje met een vinkje in beeld met daaronder de tekst: Geen milieueffectrapport.)

RODERIK: Als het plan geen aanzienlijke effecten voor het milieu kan hebben, hoef je geen plan-milieueffectrapport te maken.

(Er verschijnt een icoontje in beeld van een blaadje en een klein vinkje erboven met daaronder de tekst: Milieueffectrapport.)

RODERIK: Als het plan wel aanzienlijke effecten voor het milieu kan hebben, moet je een plan-milieueffectrapport maken. De informatie die je tijdens de beoordeling hebt verzameld kun je goed gebruiken voor het rapport dat je nu gaat opstellen. Een plan-mer-beoordeling kan je dus werk en tijd besparen en geeft je inzicht in de milieueffecten van je plan. Wil je weten of jouw plan in aanmerking komt voor een plan-mer-beoordeling? Check dan de website: iplo.nl/mer.

(Op het eindscherm staat het logo van Informatie Leefomgeving, met daaronder de tekst: iplo.nl/mer.)

(einde jazzy achtergrondmuziek)

Doel van een plan-mer-beoordeling

In een plan-mer-beoordeling (artikel 16.36, lid 3 en 4 Omgevingswet) toetst het bevoegd gezag of er bij het plan of programma aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden. Er zijn 2 mogelijke resultaten:

  • Aanzienlijke milieueffecten zijn niet uitgesloten: er volgt een plan-mer en er moet een milieueffectrapport (MER) worden gemaakt.
  • Aanzienlijke milieueffecten zijn uitgesloten: er is geen plan-mer nodig en er wordt geen MER gemaakt.

Wanneer een plan-mer-beoordeling

In 2 situaties kunt u met een plan-mer-beoordeling te maken krijgen.

Situatie 1

Uw plan is kaderstellend voor projecten die milieueffecten kunnen hebben. Maar het gaat om projecten die niet in bijlage V bij het Omgevingsbesluit staan. Uw plan is daardoor niet direct plan-mer-plichtig. In deze situatie moet u een plan-mer-beoordeling uitvoeren. De mer-(beoordelings)plichtige projecten kunt u vinden in kolom 1 van bijlage V bij het Omgevingsbesluit.

Situatie 2

Uw plan is kaderstellend voor projecten uit bijlage V Omgevingsbesluit. Daarnaast komen de projecten waarvoor uw plan het kader vormt niet boven de drempel van kolom 2 uit bijlage V Omgevingsbesluit. U kunt dan een plan-mer-beoordeling uitvoeren als:

  • het plan een kleine wijziging van een plan of programma is.
  • het plan gaat over een klein gebied op lokaal niveau én als voor dat plan of programma een bestuursorgaan van een gemeente het bevoegd gezag is.

U kunt er in beide situaties ook voor kiezen om gelijk een plan-mer te starten.

Let op: lokaal niveau staat voor gemeentelijk niveau. Europese jurisprudentie geeft een eerste inkleuring van het begrip 'klein gebied'. Het Hof concludeerde dat de grootte van het betrokken gebied, vergeleken met die van dat grondgebied, klein moet zijn.

Let op

Volgt uit de passende beoordeling dat er significant negatieve gevolgen zijn? Of is al duidelijk dat het plan of programma aanzienlijke gevolgen heeft voor het milieu? Dan ligt het voor de hand de stap van plan-mer-beoordeling over te slaan en direct een plan-mer op te starten.

Rollen in de plan-mer-beoordelingsprocedure

De plan-mer-beoordeling kent de volgende rollen:

  • het bevoegd gezag (BG): het bestuursorgaan dat het plan voorbereidt of vaststelt.
  • andere bestuursorganen en adviseurs: zij raadplegen het bevoegd gezag (Omgevingswet artikel 16.36, vijfde lid).

Let op: burgers en belanghebbenden zoals NGO's hebben geen officiële rol in de plan-mer-beoordelingsprocedure. Maar wel in de procedure van het plan waar de mer-beoordeling bij hoort.

Procedurele stappen in de plan-mer-beoordeling

Een plan-mer-beoordeling kent 2 verplichte stappen.

Stap 1: Bevoegd gezag beoordeelt effecten

Het bevoegd gezag beoordeelt de effecten van het plan of programma om te bepalen of een plan-milieueffectrapportage moet worden doorlopen. Voor die beslissing raadpleegt het bevoegd gezag ook andere bestuursorganen en wettelijke adviseurs.

  • Als het plan aanzienlijke effecten voor het milieu kan hebben, volgt een plan-milieueffectrapportage.
  • Als het plan geen aanzienlijke effecten voor het milieu kan hebben, volgt geen plan-milieueffectrapportage. Dan wordt ook geen plan-milieueffectrapport gemaakt.

Stap 2: Bevoegd gezag motiveert de keuze in plan of programma

Het bevoegd gezag motiveert in het plan (of programma) dat er geen plan-milieueffectrapportage nodig is (artikel 11.1, lid 1, Omgevingsbesluit).

Let op: er is geen bezwaar of beroep mogelijk tegen het mer-beoordelingsbesluit dat een milieueffectrapport niet nodig is (artikel 6:3 Awb). Er is wel inspraak mogelijk op het plan waar het mer-beoordelingsbesluit bij hoort. Tegen omgevingsplannen staat ook beroep open voor belanghebbenden.

Inhoudelijke eisen aan de plan-mer-beoordeling

Het bevoegd gezag moet beoordelen of de uitvoering van het plan of programma aanzienlijke effecten op het milieu kan hebben. Daarbij moet het bevoegd gezag de criteria uit Bijlage II van de smb-richtlijn gebruiken.

De 2 hoofdcriteria in een plan-mer-beoordeling

In bijlage II van de smb-richtlijn staan de 2 hoofdcriteria waarmee rekening moet worden gehouden bij het beoordelen van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten:

  • de kenmerken van het plan of programma
  • de kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed

Deze zijn aangevuld met subcriteria.

Kenmerken van het plan

Bij de kenmerken van een plan of programma moet u kijken naar:

  • de mate waarin het plan of programma een kader is voor de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden voor projecten en andere activiteiten. En voor de toewijzing van hulpbronnen.
  • de mate waarin het plan of programma andere plannen en programma's beïnvloedt, inclusief de plannen die deel zijn van een hiërarchisch geheel.
  • de relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling.
  • milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma.
  • de relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de milieuwetgeving van de gemeenschap. Bijvoorbeeld plannen en programma's in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming.

Kenmerken van de effecten

Bij de kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed, moet u letten op:

  • de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten
  • de cumulatieve aard van de effecten
  • de grensoverschrijdende aard van de effecten
  • de risico's voor de menselijke gezondheid of het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen)
  • de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden)
  • de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed, gelet op:
    • bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed
    • de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden
    • intensief grondgebruik
    • de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de gemeenschap, of in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend.

Meer informatie

  • plannen en programma's en milieueffectrapportage
  • plannen en het milieueffectrapport
  • projecten en milieueffectrapportage
  • projecten en het milieueffectrapport
  • project-mer-beoordeling
  • grensoverschrijdende milieueffecten in een ander land
  • kwaliteit van het milieueffectrapport

delen

  • Delen op LinkedIn

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO